Kleurrijke, bewegende en waterspuitende beelden kenmerken de Stravinskyfontein, gelegen naast het Centre Pompidou in Parijs. De fontein is een eerbetoon aan de componist Igor Stravinsky en een voorbeeld van de unieke symbiose tussen Niki de Saint Phalle en Jean Tinquely.
De Zwitserse kunstenaar Jean Tinguely (1925-1991) kreeg in 1982 de opdracht een fontein te maken op de Place Igor Stravinsky, boven een ondergronds deel van het muziekinstituut IRCAM. De plek was op zich al een uitdaging: in hartje Parijs, met architectonische contrasten rondom het plein als het moderne Centre Pompidou aan de ene kant en de kerk Saint-Merri, met een gotische façade, aan de andere kant.
Tinguely haalde direct zijn geliefde Niki de Saint Phalle (1930-2002) erbij. De Stravinskyfontein werd een van hun vele succesvolle samenwerkingsprojecten.
Waterballet
Als je de fontein nadert, zie je een kleurrijk en levendig schouwspel. Het lijkt wel een ballet met ronddraaiende en waterspuwende sculpturen. Zelfs als de fontein in de winter niet aan is, is er genoeg te bekijken. De vrolijk beschilderde beelden zijn van De Saint Phalle, de zwarte mechanische van Tinguely. De constructie mocht niet te zwaar zijn, omdat deze op het dak van het IRCAM rust. Tinguely koos daarom voor een roestvrijstalen bak waarin een laagje water van 29 cm kon staan. Voor de sculpturen gebruikten de kunstenaars lichte materialen als aluminium, polyester en glasvezel.
Zielsverwanten
Niki de Saint Phalle en Jean Tinguely ontmoetten elkaar in 1956 in Parijs. Beiden hadden op dat moment al een gezin. Vier jaar later gingen ze samenwonen. Ze waren niet alleen liefdespartners, maar ook zielsverwanten op artistiek gebied.
De kleurrijke beelden van De Saint Phalle vormden een tegenstelling met de zwarte machines van Tinguely, maar tegelijkertijd completeerden de werken elkaar. Het was een unieke symbiose.
Het kunstenaarsstel trouwde in 1971. Het werd een onconventioneel huwelijk waarin ze verhoudingen met anderen hadden. De periodes dat ze samen of gescheiden leefden, wisselden elkaar af. Uiteindelijk hield deze situatie geen stand. Maar het wederzijdse respect en hun liefde voor elkaar bleven overeind. Ze stimuleerden en steunden elkaar. Zo werkte Tinguely mee aan de
Toscaanse Tarottuin, Il Giardino dei Tarochhi.
Met deze tuin verwezenlijkte Niki haar grote droom. En het was Niki die de artistieke erfenis van Jean, na diens dood, veiligstelde en werken aan musea schonk.
Ontploffing
Tinguely werd beroemd om zijn installaties die als machines werken. Kinetische werken waarvan de elementen door een motor in beweging worden gezet zoals bij de tekenmachines, geluidssculpturen en watermachines. Alles draait en beweegt. Hij wist als geen ander kunst en techniek op een fantastische wijze te combineren.
Schietacties en Nana’s
Niki de Saint Phalle vervaardigde kleurrijke sculpturen, schilderijen, grafiek, tekeningen, assemblages en ontwierp onder andere decors, kostuums, sieraden en designmeubels. Ze was een Française, maar groeide op in de VS. Aanvankelijk werkte ze als een fotomodel met de ambitie actrice te worden, maar na een zenuwinzinking stortte zij zich op de kunst.
Uniek waren haar schietperformances. Zakjes met verf werden aangebracht in de reliëfs van een gipsen vlak. Vervolgens schoot De Saint Phalle met een groot geweer de zakjes kapot waardoor de verf over het witte vlak droop.
Haar felgekleurde beelden van mollige vrouwen zijn wereldberoemd. De eerste Nana’s uit begin jaren zestig waren van stof en wol. Voor De Saint Phalle stonden zij voor de bevrijde vrouwen, passend bij de emancipatorische gedachten in die tijd. Al snel koos zij voor het nieuwe materiaal polyester waarmee zij grote beelden maakte die buiten konden staan.
Ze zag pas later prehistorische vruchtbaarheidsbeeldjes waarin zij grote gelijkenis met haar beelden ontdekte. De Nana kreeg voor haar toen een andere betekenis: een vruchtbaarheidssymbool. De sterke, goede en gelukkige vrouw, een oermoeder, in een betere wereld.
Revolutionair
De felgekleurde beelden van De Sant Phalle en het donkere werk van Tinguely zijn uiteraard, net als hun bijzondere samenwerking, terug te vinden in de fontein. Maar de eigenlijke inspiratiebron voor de 16 waterobjecten van de fontein was de muziek van Igor Stravinsky (1882-1971). De Vuurvogel verwijst naar de balletmuziek voor L’Oiseau de Feu (1910), Ragtime naar een pianostuk uit 1919, de Nachtegaal naar de opera Rossignol (1914) en het symfonisch gedicht Le Chant du Rossignol (1917). De Vos refereert aan het ballet Le Renard (1916-1917) en de Olifant zou een relatie kunnen hebben met een polka die Stravinsky in 1942 voor circusolifanten componeerde.
Andere sculpturen zijn de G-sleutel, de Spiraal, de Slang, de Kikker, de Diagonaal, de Dood, de Zeemeermin, de Liefde, het Leven, het Hart en de Clownshoed.
De muziek van Stravinsky was revolutionair. Zo veroorzaakte de eerste uitvoering van Le Sacre du Printemps een storm van kritiek. Zijn verbeelding van een heidens ritueel ging gepaard met ongebruikelijke klanken en ritmes. Tinguely en De Saint Phalle gaven met de fontein vorm aan Stravinsky’s muziek – in thematiek, kleur en compositie. En bovenal geven de waterspuitende sculpturen muzikale klanken af. De beweging, het geluid, de kleur en de vorm komen samen in een ware compositie.
Op 16 maart 1983 vond de feestelijke opening plaats. De meningen waren verdeeld. Voor sommigen was de fontein een provocatie. Maar de Franse krant Le Monde schreef: “Oh! La belle fontaine!… la fontaine est drôle et gaie, et les enfants riaient” (Oh! De mooie fontein!… de fontein is grappig en vrolijk, en de kinderen lachten).
Bekke- proost, S., (06-08-2013), Geschiedenis beleven.nl
retrieved from: http://www.geschiedenisbeleven.nl/stravinsky-fontein-kleur-klank-en-liefde/