CoBrA
De uitspraak dat in de kunst de dadabeweging en de Cobrabeweging er allicht niet zouden gekomen zijn, zonder respectievelijk WO I en WO II is dus vermoedelijk geen goede start om het verhaal te doen van de Cobra, een kunststroming waarin de grootst mogelijke vrijheid nagestreefd werd. Het werkwoord ‘experimenteren’ had toen nog de kracht van dynamiet.
Toch is het interessant om zowel het dadaïsme als de Cobra even in het licht van de oorlogsschaduw te bekijken. Vogels zingen beter in gevangenschap, zegt men. Beide bewegingen waren zeer dynamische reacties op een politiek die oorlogen toeliet. Een gevolg van wat Marcuse de ‘verstandige domheid’ genoemd heeft, de rationaliteit die blind is en niet nadenkt over wat ze teweegbrengt. Beide kunst- bewegingen gingen uit van een internationale groep die niet enkel uit beeldende kunstenaars bestond maar ook uit schrijvers, muzikanten en filosofen. Dit literaire gehalte is overigens niet verwonderlijk. Het is immers een belangrijk aspect van het surrealisme. Het surrealisme vertelt graag geheimen die we niet kennen, maar die we vermoeden en beleven in onze dromen, die op hun beurt in taal moeten omgezet worden om ze te onthouden en mee te delen. Het zijn poorten tot het onbewuste. De surrealisten tonen deze verhalen via teksten of beelden.
De familierelatie van zowel het dadaïsme als de Cobra met het surrealisme betekent niet dat de overeenkomst volledig is of dat het tweede een herhaling zou zijn van het eerste. Dada is immers de vader van het surrealisme en Cobra is het kind ervan. De beeldspraak klopt voor wat het kind betreft. De Cobra is speels, naïef en spontaan. De vader past niet binnen onze traditionele pedagogiek. Daarvoor is dada te negatief, zeg maar nihilistisch. Onze cultuur verkiest een schijnheilig vaderbeeld. Nietzsche snelt ons hier ter hulp. Hij heeft een nieuwe inhoud aan het begrip ‘nihilisme’ gegeven. Zijn beeldspraak van de kameel, de leeuw en het kind is duidelijk. De kameel verzinnebeeldt de zware last van de verzameling van houvasten die de westerse cultuur met zich meesleept. De leeuw peuzelt de kameel op. Na het schoonmaken van deze lei, kan het kind in alle spontaniteit spelen. Dada is hier de leeuw. Cobra het kind.
Elias, W, 2012, Aspecten van de kunst in Belgie na ’45.
retrieved from:
Cobra-kunstenaars werkten in 1948 en 1949 enkele malen samen in kunstprojecten. Zo beschilderden onder andere Appel en Constant samen de wanden van de boerderij van de kunstenaar Erick Nyholm. Een deel van deze schilderingen zie je op de afbeelding.
In de boerderij van Erik Nyholm, een forellenkweker en keramist, werden eind november 1949 de Nederlandse kunstenaars Appel, Constant en Corneille ontvangen. Binnen een zeer korte tijd werden ook hier deuren, wanden, het plafond en enkele voorwerpen bedekt met fantasiewezens. Het is een levendig geheel. De drie Nederlanders schreven hun naam met de datum boven een deur. Corneille schreef boven de ingang van het huis nog een tekst: 'Entrez, ici c'est vivre'. Na hun vertrek kwam Jorn op bezoek en beschilderde samen met Nyholm een overgebleven wand in de keuken. Gelukkig heeft Jorn alles op foto vastgelegd, want ook deze schilderingen zijn, op het plafond van Constant na, verdwenen.
Tekstbijdrage door Juliette Verhofstad,
retrieved from:
Een paar kunstenaars hielden zich niet alleen bezig met het maken van kunstwerken, maar ook met theorieën over kunst en de rol van de kunstenaar in de maatschappij. Asger Jorn, Christian Dotremont en Constant Nieuwenhuys zijn hier veel mee bezig. Zij gaan uit van de communistische leer van Marx, maar vulden diens ideeën aan met gedachtegangen over kunst. Hun streven was: een kunst vóór en vooral ook dóór iedereen, ongeacht klasse, nationaliteit, kennis- en opleidingsnivo. Jorn, Dotremont en Constant zochten een kunst die spontaan voortkomt uit de fantasie.
retrieved from:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten