zaterdag 19 november 2016

Interview .

Voor een interview ben ik afgereisd naar politiebureau aan de hoofdweg in Bos en Lommer, waar wijkagent Helmersbuurt is gesitueerd. Dagelijks pakt hij vanuit dit bureau met grote regelmaat de fiets en fietst richting het Oud West, dicht tegen het centrum van Amsterdam, waar de Helmersbuurt zich bevind. Na het interview werd ik verrast, er stond ook een fiets voor mij klaar. Na een bak koffie trapten wij dapper naar het inloophuis van stichting Regenboog op de Bilderdijkstraat. Een stichting die zich inzet voor dak- en thuislozen.
Als ik mijn geleende politiefiets aan de brug vast heb gezet kan ik niet ontkennen dat ik het gevoel heb dat ik iets heel bijzonders ga mee maken.

Het inloophuis is stampvol met voornamelijk mannen zonder vast thuis- of verblijfplaats. Ik word vriendelijk ontvangen door de begeleiding en loop door naar achteren. 
Het is schrijnend, slechts een enkeling heeft licht in de ogen, de meesten zitten te slapen in hun stoel, verborgen in hun capuchon.
Wijkagent Okx is een bekende. Ze noemen hem meneer Jan of oom Jan
en maken een praatje met hem. Hij kent ze en dat is goed voor de sociale contacten en de veiligheid in de buurt. Als er ergens een incident in zijn wijk plaats vind weet agent Okx aan de hand van de beschrijving via zijn portofoon al vaak over wie het gaat.

Achter de toonbank staat een meisje van 18. Ze schept soep op voor de gasten; de thuislozen. Het is een stagiaire van het mbo maatschappelijk werk. Vol bewondering kijk ik naar haar. Twee keer per week komt ze werken op deze locatie. Topper. 
We mogen verder lopen. Een medewerker laat mij een inloopkast zien waar een kapster het haar van een thuisloze man kapt. Het is haar dagelijks werk. Naast het gebruik maken van de zeer eenvoudige maar doeltreffende kapsalon mogen de mensen die gebruik maken van het inloophuis ook gebruik maken van de douche en de wasserij voor een kleine bijdrage. Ook zijn er op de bovenverdieping een paar oude computers waar ze om de beurt kunnen internetten.
Het inloophuis probeert de thuisloze mens te motiveren en te activeren om een plekje terug te veroveren in de maatschappij.

We lopen een stukje verder en komen bij een afgesloten werkplaats. Er worden oude fietsen gerepareerd door mensen die hun plekje in de maatschappij terug willen verdienen. De fietsen worden doorverkocht voor een prikkie aan mensen die het beslist niet breed hebben.
Achter de huiskamer schuilen vele kamertjes. Over de laatste kamer ben ik verbaasd. Het betreft een kaarsenmakerij.
Dagbesteding zet mensen aan het werk om kaarsen te maken aan het winkeltje daarvoor. En dat winkeltje zit voor de kaarsenmakerij en vast aan de huiskamer.
Ketels met parafine, lange tafels en gedropen kaarsvet veraden een intensieve werkplek. We lopen via de kaarsmakerij door naar het winkeltje. Ron staat in de winkel. Ron is verstandelijk gehandicapt. Hee, oom Jan, zegt hij en schudt hem de hand. Dag Ron, ik kom even bij je winkelen. Agent Okx kiest een Ajax kaars uit. Ron is trots en pakt de kaars zorgvuldig in. Een aandoenlijk tafereel. Ron is duidelijk goed op weg, in tegenstelling tot een aantal thuislozen die identiteitsloos, zonder glans in de ogen vertoeven in de huiskamer. Er zijn succesverhalen, maar ze zijn er vooral ook niet, aldus een medewerker.
Agent Okx ziet het succes in de ontwikkelingen door de jaren heen. De opvang is uitgegroeid tot een volwassen opvang, in de jaren ’50 t/m '80 was er niets, behalve het Leger des Heils. In die tijd hingen de thuislozen allemaal gegroepeerd voor supermarkten en zorgden voor overlast, meestal door agressief bedelen. Gaande weg heeft de opvang gerealiseerd dat mensen een plek hebben om te verblijven, maar ook een plek om eventueel terug te keren in de maatschappij.

We lopen de ronde door de wijk. Er hangen borden met uitleg over de straatnamen. Het zijn dichters en schrijvers. 
Huygens van Lennep, Da Costa, noem maar op. Als docent CKV vind ik dat razend interessant.
Wijkagent Okx wil mij een echt buurtcafeetje laten zien, waar we een bakkie koffie en een broodje kunnen nuttigen. Het is een authentiek buurtcafeetje op de hoek en het heeft hoge belangrijke waarden vanwege het feit dat buurtbewoners elkaar treffen.

Nienke is de eigenaresse, ze is een enthousiaste dame, ze zit op duidelijk op de goede plek. Ze weet alles van iedereen in de buurt en haar cafe is een belangrijk sociaal punt. Ze serveert hartelijk de koffie en de broodjes en verteld ronduit over haar buurt. 
Na verloop van tijd spreken af: wijkagent Okx houdt zijn spreekuur binnenkort bij haar voor de deur, op de vriendschapsbank van Da Costa en Van Lennep , Nienke schenkt gratis koffie en ik ben er ook bij,... voor de kunst of zo, of om te helpen.
Ik knik, ik ben voor.

maandag 7 november 2016

Aesthetic Journalism. Over de effectiviteit van hedendaagse, geëngageerde kunst.

Aesthetic Journalism. Over de effectiviteit van hedendaagse, geëngageerde kunst.



We leven in een tijdperk waarin grenzen vervagen, niet alleen geografisch, cultureel, of sociaal gezien, maar ook als het gaat om de symbolische grens tussen kunst en maatschappij. Deze denkbeeldige grens is een veelbesproken onderwerp en is vooral tijdens het modernisme en postmodernisme door veel kunstenaars en kunsttheoretici onderzocht en bekritiseerd. Een veelgehoorde kritiek is dat ‘de kunstenaar’ de maatschappij op provocerende wijze een spiegel voorhoudt, maar dat een activistische houding vervolgens uitblijft. Kunstcriticus en schrijver Hans den Hartog Jager beschrijft in zijn boek Het Streven. Kan hedendaagse kunst de wereld verbeteren? (2014) deze problematiek die typisch is van de huidige tijd: hedendaagse kunst lijkt een ongelimiteerde vrijheid te genieten maar tegelijkertijd zijn de grenzen van de kunstwereld de grenzen van deze vrijheid. Kan een kunstenaar ook een stap verder gaan door daadwerkelijk actie te ondernemen om problematiek met betrekking tot bijvoorbeeld de politiek eigenhandig en actief te bestrijden? In dit onderzoek wordt kunst, waarmee een kunstenaar streeft naar effectiviteit op de maatschappij, vertaald middels het begrip Aesthetic Journalism. Het gaat hierbij niet per se om effect op grote schaal, maar vooral om de aanzet waardoor effectiviteit behaald kan worden. Er wordt gestreefd naar het benoemen van enkele criteria die effectiviteit van hedendaagse, geëngageerde kunst mogelijk maken op de maatschappelijk vraagstukken die hier het onderwerp van zijn. Misschien krijgen kunstenaars in de toekomst wel een prominente rol toebedeeld in de aanpak van maatschappelijke en sociale problemen. Duidelijk is al wel dat de hedendaagse, geëngageerde kunstpraktijk er de potentie voor heeft. Ik zie Aesthetic Journalism als een vorm van kunst waarin de praktijk van het leven op een concrete manier wordt vertaald, waarbij voortdurende nieuwsgierigheid wordt gestimuleerd en de wereld om ons heen wordt vastgelegd, bekritiseerd en, zo nodig, aangepast.


Van Zwam,K.,
Studentnummer: 4292855 Mei 2016
Masterthesis moderne en hedendaagse kunst Universiteit Utrecht
Begeleider: dr. Linda Boersma
Tweede lezer: dr. Hestia Bavelaar
Retrieved from:

Aesthetic Journalism: How to Inform Without Informing is a book by Italian writer, curator and artist Alfredo Cramerotti. Recognising the “blurring of margins between artistic and information practices” [1] as a main feature in contemporary culture, Cramerotti sets out the Who, What, Where, When and How, and Why of Aesthetic Journalism.
Cramerotti identifies this “'investigative approach” in contemporary art and photography as the use of fieldwork, reportage, interviews, document analysis, graphic mapping and information distribution. He cites a number of artists who employ these strategies: Hans Haacke, Martha Rosler, Lukas Einsele, Laura Horelli, Renzo Martens, Alfredo Jaar, Renée Green, The Atlas Group/Walid Raad and Bruno Serralogue. For Cramerotti, Aesthetic Journalism implies the critical use of documentary techniques and journalistic methods where the medium itself undergoes questioning. He posits that aesthetics, understood as a “process in which we open up our sensibility to the diversity of the forms of nature (and manmade environment)”[2] can open up the mechanisms of art and media to expose the limitations of photojournalism, documentation and the ethics of representation. In doing so, Aesthetic Journalism renders productive readings of reality, information, fact, fiction and objectivity.
Although “the process leading up to aesthetic journalism can be considered from both perspectives as art being absorbed by the generalist media, or as journalism becoming a (common) art form”,[3] Cramerotti’s text speculates on the mutual convergence of art and media into a new cross discipline of Aesthetic Journalism.

The concepts outlined in the book have been a key tool in the development of the Chamber of Public Secrets’ curatorial approach for the 8th edition of Manifesta, the European Biennial of Contemporary Art: Manifesta 8 taking place in the region of Murcia, Spain.[4]

Retrieved from:
https://en.wikipedia.org/wiki/Aesthetic_Journalism




dinsdag 1 november 2016

Sociaal geëngageerde kunst.

http://www.lkca.nl/cultureel%20kapitaal/opinie-anne-van-de-geer

DE TOEPASBAARHEID VAN HEDENDAAGSE SOCIAAL GEËNGAGEERDE KUNST BINNEN DE KUNSTEDUCATIE

Door Anne van de Geer • 27 maart 2015

Sociaal geëngageerde kunst verdient een belangrijke rol in de binnenschoolse cultuureducatie, vindt Anne van de Geer. 'De uitdaging van de sociaal geëngageerde kunst is om leerlingen onderdeel te laten worden van de gemeenschap buiten de schoolmuren.'
'I went from being an artist who makes things, to being an artist who makes things happen.' - Jeremy Deller
De Oostenrijkse kunstenaar Christoph Schlingensief liet in het jaar 2000 onder grote publieke belangstelling twaalf asielzoekers verblijven in een zeecontainer in het centrum van Wenen in - wat later bleek - het kunstproject Ausländer raus – Bitte liebt Österreich. De asielzoekers werden à la Big Brother zes dagen lang vierentwintig uur per dag live op tv gevolgd. Het publiek kon de asielzoekers ‘wegstemmen’ naar hun land van herkomst. In hoeverre het fictie of werkelijkheid was, of het acteurs of asielzoekers waren, liet Schlingensief in het midden.
Tegenwoordig werken steeds meer beeldend kunstenaars niet meer vanuit ambacht en traditie, maar zien het leven zelf als kunstvorm. Het boek 'Living as Form' van Nato Thompson (2012), opende mijn ogen als kunsteducator. In het boek worden voorbeelden van sociaal geëngageerde kunst beschreven van 1991 tot 2011. Volgens hem gebruiken zowel kunstenaars als activisten vergelijkbare methoden en vormen om mensen te mobiliseren en te laten samenwerken. Verschillende verschijningsvormen van deze vorm van kunst, laten zien dat wanneer men buiten de grenzen van disciplines in de kunst kijkt, levens en verhalen van mensen ook als kunstwerk kunnen worden beschouwd. In dat geval bestaat kunst uit sociale verbanden tussen mensen.                   
HET LEVEN ALS KUNSTVORM
Wanneer kunstenaars niet meer ‘traditioneel’ werken, maar het leven als kunstvorm zien, spreken we van sociaal geëngageerde kunst. Deze term gebruik ik als overkoepelende term voor de relatie tussen kunst en maatschappij. Deze wordt in de kunsttheorie op allerlei verschillende manier verwoord. ‘ Socially engaged art’, ‘participatory art’, ‘community based art’ en ‘public art’ zijn enkele voorbeelden uit een groot scala van gehanteerde termen. Het aankaarten van dringende sociale en maatschappelijke kwesties is bij sociaal geëngageerde kunst altijd het geval. Een ander belangrijk element is de sociale interactie met de omgeving en/of het publiek.

Sociaal geëngageerde kunst is niet alleen een fenomeen van de laatste jaren, maar kent al een rijkere geschiedenis, waarin vooral in de jaren ’60 tot en met de jaren ’90 sprake was van nieuwe vormen van participatiekunst naar aanleiding van onrecht in de maatschappij en als tegenreactie op de hegemonie van het musea- en galeriesysteem. Hierbij moet vooral gedacht worden aan performances, installatiekunst en site-specific art (Bishop, 2012).
Sociaal geëngageerde kunstwerken worden vaak geproduceerd door collectieven of komen voort uit een gemeenschappelijke context. Ze benadrukken participatie, dialoog en actie en verschijnen in situaties variërend van theater tot activisme, van stedenbouw tot gezondheidszorg of andere 'vakgebieden'. Binnen deze kunstwerken vervaagt vaak de grens tussen kunst en het dagelijks leven (Bishop, 2012; Helguera, 2011).                        
PARTICIPATIE EN INTERACTIE IN DE KUNSTEDUCATIE
Er bestaan echter nog weinig handvatten om participatiekunst te implementeren binnen de kunsteducatie. De vraag die Atkinson (2012) zichzelf stelt in het artikel ‘Contemporary art and art in education: the new, emancipation and truth’, is of de praktijk, de vaardigheden en de competenties die beschreven staan in de curricula van middenbare scholen ten aanzien van de kunstvakken evenredig zijn aan de hedendaagse kunstpraktijken. Zodra de kunstpraktijk verandert heeft dat ook gevolgen voor kunsteducatie.
In mijn eigen praktijk als docent beeldende vorming en cultureel ondernemer probeer ik de sociaal geëngageerde kunstpraktijk toe te passen binnen de kunsteducatie. In het Community Arts-project ‘Buurtschatten’(2013) maakten 4-havo leerlingen, dak- en thuislozen en buurtbewoners in Amsterdam-Noord kunstobjecten van voorwerpen met een persoonlijk verhaal. De ontmoeting met elkaar en de buurt stond centraal. De leerlingen voerden tevens onderzoekende opdrachten uit in de wijk, waarbij ze buurtbewoners en cliënten interviewden over hun ervaringen in de buurt en het leven op straat. De uitkomsten van dit onderzoek in de vorm van beeld en geluid vormen samen met de beeldende werken een expositie in de NoorderparKKamer te Amsterdam.
De relevantie van het project was niet alleen kennisoverdracht. Groot belang werd gehecht aan de ontwikkeling van sociale vaardigheden van de leerlingen en de andere doelgroepen. De doelgroepen zouden anders niet zo snel met elkaar in contact komen. Jana Kerremans deed onderzoek naar de functies van informeel leren in sociaal-artistieke projecten en beschrijft de relevantie van sociaal-artistieke projecten in het licht van de kunsteducatie: ‘Kennisoverdracht is overigens ook in hedendaagse visies op kunsteducatie niet meer het enige doel, ook persoonlijkheidsontwikkeling en sociale vaardigheden worden genoemd als doelen. Deze laatste doelen gelden – al dan niet expliciet - ook in de sociaal-artistieke praktijk. In dat opzicht vervagen de grenzen tussen de categorieën ‘sociaal-artistiek project’ en ‘kunsteducatief project’’ (Kerremans, 2011, p. 90).
SOCIAAL GEËNGAGEERDE KUNST IN HET CURRICULUM
In mijn literatuuronderzoek ‘Kunst als sociale interactie: de toepasbaarheid van hedendaagse sociaal geëngageerde kunst binnen de kunsteducatie (2014)’, deed ik verder onderzoek naar mogelijkheden om hedendaagse sociaal geëngageerde kunst in te zetten binnen de kunsteducatie.
In het artikel ‘What is Community-Based Art Education?’ van J. Ulbricht (2005) worden verschillende categorieën van ‘community-based art education’ omschreven om aanbevelingen te kunnen doen ten aanzien van toekomstige curricula, waaronder de samenwerking met instanties/kunstenaars, de etnografische visie, dialogic art education en social justice art education. De leidraad voor het onderzoek was de onderverdeling van J. Ulbricht in deze verschillende categorieën van community-based art education.
De eerste categorie gaat uit van samenwerking tussen leerlingen, instanties en kunstenaars. De tweede categorie heeft betrekking op de antropologie. Leerlingen kunnen leren over hun omgeving door het onderzoeken van de (materiële) cultuur in hun gemeenschappen. Heden ten dage verdiepen veel kunstenaars zich in een vorm van etnografie voordat ze gaan ontwerpen en stemmen hun ontwerpen of projecten af op de interesses en behoeften van de gemeenschap/buurt/omgeving. De derde categorie wordt dialogic art education genoemd. Deze vorm van kunsteducatie is gebaseerd op de theorie van 'dialogism' van Mikhail Mikhailovich Bakhtin (1895-1975) en Pablo Helguera's 'public artwork' The School of Panamerican Unrest (SPU), een kunstwerk gebaseerd op dialoog en ontmoetingen. De vierde categorie (social justice art education) bewerkstelligt maatschappelijke betrokkenheid en politiek activisme binnen de kunsteducatie. Dit kan het maakproces beïnvloeden, dan wel de kunstbeschouwing.
Binnen het onderzoek gebruikte ik onderbouwende literatuur van auteurs die hedendaagse sociaal geëngageerde kunst hebben toegepast op het kunstonderwijs (Bakhtin, 1986; Chappell & Craft, 2011; Davis, 2010; Desai, 2002; Dewhurst, 2011; Freedman, 1987, 1996; Giroux, 2009; Green, 1999; Helguera, 2011; Hooks, 2004; Hursch, 2008; Kozol, 2005; Kwon, 1997; Miles, 2010; Pinar, 2004; Schneider & Wright, 2006; Schwarzman & deNobriga , 1999).
Uit deze  literatuur kwamen mooie inzichten naar voren, met als belangrijkste element, dat het maken en beschouwen van hedendaagse sociaal geëngageerde kunst betekent dat leerlingen kritisch onderzoek verrichten en dit kunnen vertalen naar het maken van een (activistisch) kunstwerk. Samenwerking en interactie met deelnemers/de gemeenschap is hierbij van essentieel belang. De leerlingen ervaren dit veelal als een vergroting van hun zelfbewustzijn van hun eigen rol in de maatschappij.
ONDERDEEL GEMEENSCHAP BUITEN DE SCHOOLMUREN

De weg naar structurele invoering van hedendaagse sociaal geëngageerde kunst in de kunstcurricula zal niet gemakkelijk zijn. Mijn aanbeveling is om leerlingen bewust te maken van de veranderende rol van de kunst. Wanneer kunstenaars op andere manieren te werk gaan dan leerlingen binnen het kunstonderwijs gewend zijn, zullen leerlingen daar allereerst duidelijk inzicht in moeten krijgen. Kunst heeft een andere betekenis en rol in de maatschappij dan binnen de schoolmuren. De uitdaging van de sociaal geëngageerde kunst is om leerlingen ook onderdeel te laten worden van de gemeenschap buiten de schoolmuren. Het maken van kunst ontwikkelt zich aldus tot het doen van kritisch onderzoek.

http://www.lkca.nl/cultureel%20kapitaal/opinie-anne-van-de-geer