Het visietraject Onderwijs2032 is afgerond. Inmiddels is het vervolg gestart onder de naam Curriculum.nu. Leraren, schoolleiders en scholen buigen zich in 2018 over de vraag wat leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs moeten kennen en kunnen. Om op de hoogte te blijven en voor meer informatie kunt u terecht op de website Curriculum.nu. Onderstaand een korte terugblik
Maatschappelijke dialoog, visie, verdiepingsfase
In november 2014 startte een brainstorm #Onderwijs2032, hierop volgde een brede maatschappelijke dialoog. In januari 2016 bracht Platform Onderwijs2032 zijn visie uit over het onderwijs van de toekomst. Vervolgens is de visie getoetst in de onderwijspraktijk en werd het draagvlak onder leraren onderzocht (verdiepingsfase).
Voorstel voor vervolg
Op basis van de opbrengsten hebben de Onderwijscoöperatie, de sectorraden (PO- en VO-raad), de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS), het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) en Ouders & Onderwijs (samen de Coördinatiegroep) gezamenlijk een plan gemaakt om te komen tot een herzien curriculum in het primair en voortgezet onderwijs (zie onderaan deze pagina). Met een centrale rol voor leraren in zogenaamde ‘ontwikkelteams’.
de Kamer
Na rondetafelgesprekken tussen Kamerleden en o.a. vakverenigingen,
Het Platform Onderwijs2032 stelt voor om meer evenwicht te brengen tussen de drie hoofddoelen van het onderwijs: kennisontwikkeling, persoonsvorming en maatschappelijke toerusting. Het is daarvoor belangrijk het bestaande curriculum tegen het licht te houden en opnieuw te bepalen wat leerlingen minimaal moeten kennen en kunnen en dat vast te leggen in een kerncurriculum.
Het visietraject Onderwijs2032 is afgerond. Inmiddels is het vervolg gestart onder de naam Curriculum.nu. Leraren, schoolleiders en scholen buigen zich in 2018 over de vraag wat leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs moeten kennen en kunnen. Om op de hoogte te blijven en voor meer informatie kunt u terecht op de website Curriculum.nu. Onderstaand een korte terugblik
Maatschappelijke dialoog, visie, verdiepingsfase
In november 2014 startte een brainstorm #Onderwijs2032, hierop volgde een brede maatschappelijke dialoog. In januari 2016 bracht Platform Onderwijs2032 zijn visie uit over het onderwijs van de toekomst. Vervolgens is de visie getoetst in de onderwijspraktijk en werd het draagvlak onder leraren onderzocht (verdiepingsfase).
Voorstel voor vervolg
Op basis van de opbrengsten hebben de Onderwijscoöperatie, de sectorraden (PO- en VO-raad), de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS), het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) en Ouders & Onderwijs (samen de Coördinatiegroep) gezamenlijk een plan gemaakt om te komen tot een herzien curriculum in het primair en voortgezet onderwijs (zie onderaan deze pagina). Met een centrale rol voor leraren in zogenaamde ‘ontwikkelteams’.
de Kamer
Na rondetafelgesprekken tussen Kamerleden en o.a. vakverenigingen,
Het Platform Onderwijs2032 stelt voor om meer evenwicht te brengen tussen de drie hoofddoelen van het onderwijs: kennisontwikkeling, persoonsvorming en maatschappelijke toerusting. Het is daarvoor belangrijk het bestaande curriculum tegen het licht te houden en opnieuw te bepalen wat leerlingen minimaal moeten kennen en kunnen en dat vast te leggen in een kerncurriculum.
De burgerschapsopdracht: wet en regelgeving
27-2-2015
Wet
Scholen voor primair, voortgezet en speciaal onderwijs hebben een wettelijke opdracht om in hun onderwijsaanbod aandacht te hebben voor burgerschap. In de onderwijswetten (Artikel 8 lid 3 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 17 van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 11 lid 3 van de Wet op de expertisecentra) is de volgende formulering opgenomen:
Het onderwijs:
1 gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving;
2 is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie;
3 is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten.
Kerndoelen voortgezet onderwijs
27-2-2015
De meest direct met burgerschap verbonden kerndoelen voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs staan in het leergebied mens en maatschappij. Onderstaande vier kerndoelen richten zich op meningsvorming, omgaan met diversiteit, democratie en politiek en Europese samenwerking:
• De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan (kerndoel 36).
• De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen, en leert respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit.(kerndoel 43).
• De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie functioneert en leert zien hoe mensen op verschillende manieren bij politieke processen betrokken kunnen zijn (kerndoel 44).
• De leerling leert de betekenis van Europese samenwerking en de Europese Unie te begrijpen voor zichzelf, Nederland en de wereld (kerndoel 45).
Ook andere kerndoelen uit dit leergebied kunnen in verband gebracht worden met burgerschap indien die kerndoelen geïnterpreteerd worden vanuit een burgerschapsperspectief. Zo kan kerndoel 37 (historische basiskennis en de tien tijdvakken) gebruikt worden om het ontstaan van de pluriforme democratische rechtsstaat uit te leggen en het verschil tussen de huidige samenleving en dictaturen zoals het nationaal socialisme. Kerndoel 39 (onderzoek doen) kan eveneens worden toegepast op een aspect van burgerschap. Kerndoel 42 (inzicht in de eigen omgeving) biedt een kans om in te gaan op zorg voor de omgeving en beïnvloeding van lokale besluitvorming. Kerndoel 47 (oorlog, vrede en mensenrechten) kan burgerschap in een breder internationaal perspectief plaatsen en legt een relatie met het belang van mensenrechten in een democratische samenleving.
Burgerschapsonderwijs heeft daarnaast raakvlakken met andere leergebieden in het de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Nederlands vormt daarbij een goede basis bestaande uit vaardigheden die van belang zijn voor
burgerschap zoals: `het omgaan met informatiebronnen' (kerndoel 5), 'overleggen en discussiëren' (kerndoel 6), 'fictie en non-fictie' waaronder het 'uitbreiden van de belevingswereld'(kerndoel 8).
SLO is het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. Nergens in Nederland is zoveel kennis over curriculum en curriculumontwikkeling beschikbaar. We ontwikkelen kennis en brengen praktijk, beleid, maatschappelijke ontwikkelingen en onderzoek samen.
SLO richt zich op het primair, speciaal en voortgezet onderwijs. Daarbinnen houden we ons met alle vakgebieden bezig. Als onafhankelijke kennisinstelling verlenen wij diensten aan tal van partijen in praktijk en beleid. Ook adviseren en ondersteunen wij de overheid.
De burgerschapsopdracht: wet en regelgeving
27-2-2015
Wet
Scholen voor primair, voortgezet en speciaal onderwijs hebben een wettelijke opdracht om in hun onderwijsaanbod aandacht te hebben voor burgerschap. In de onderwijswetten (Artikel 8 lid 3 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 17 van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 11 lid 3 van de Wet op de expertisecentra) is de volgende formulering opgenomen:
Het onderwijs:
1 gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving;
2 is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie;
3 is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten.
Kerndoelen voortgezet onderwijs
27-2-2015
De meest direct met burgerschap verbonden kerndoelen voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs staan in het leergebied mens en maatschappij. Onderstaande vier kerndoelen richten zich op meningsvorming, omgaan met diversiteit, democratie en politiek en Europese samenwerking:
• De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan (kerndoel 36).
• De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen, en leert respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit.(kerndoel 43).
• De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie functioneert en leert zien hoe mensen op verschillende manieren bij politieke processen betrokken kunnen zijn (kerndoel 44).
• De leerling leert de betekenis van Europese samenwerking en de Europese Unie te begrijpen voor zichzelf, Nederland en de wereld (kerndoel 45).
Ook andere kerndoelen uit dit leergebied kunnen in verband gebracht worden met burgerschap indien die kerndoelen geïnterpreteerd worden vanuit een burgerschapsperspectief. Zo kan kerndoel 37 (historische basiskennis en de tien tijdvakken) gebruikt worden om het ontstaan van de pluriforme democratische rechtsstaat uit te leggen en het verschil tussen de huidige samenleving en dictaturen zoals het nationaal socialisme. Kerndoel 39 (onderzoek doen) kan eveneens worden toegepast op een aspect van burgerschap. Kerndoel 42 (inzicht in de eigen omgeving) biedt een kans om in te gaan op zorg voor de omgeving en beïnvloeding van lokale besluitvorming. Kerndoel 47 (oorlog, vrede en mensenrechten) kan burgerschap in een breder internationaal perspectief plaatsen en legt een relatie met het belang van mensenrechten in een democratische samenleving.
Burgerschapsonderwijs heeft daarnaast raakvlakken met andere leergebieden in het de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Nederlands vormt daarbij een goede basis bestaande uit vaardigheden die van belang zijn voor
burgerschap zoals: `het omgaan met informatiebronnen' (kerndoel 5), 'overleggen en discussiëren' (kerndoel 6), 'fictie en non-fictie' waaronder het 'uitbreiden van de belevingswereld'(kerndoel 8).
SLO is het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. Nergens in Nederland is zoveel kennis over curriculum en curriculumontwikkeling beschikbaar. We ontwikkelen kennis en brengen praktijk, beleid, maatschappelijke ontwikkelingen en onderzoek samen.
SLO richt zich op het primair, speciaal en voortgezet onderwijs. Daarbinnen houden we ons met alle vakgebieden bezig. Als onafhankelijke kennisinstelling verlenen wij diensten aan tal van partijen in praktijk en beleid. Ook adviseren en ondersteunen wij de overheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten