Voor een interview ben ik afgereisd naar politiebureau aan de hoofdweg in Bos en Lommer, waar wijkagent Helmersbuurt is gesitueerd. Dagelijks pakt hij vanuit dit bureau met grote regelmaat de fiets en fietst richting het Oud West, dicht tegen het centrum van Amsterdam, waar de Helmersbuurt zich bevind. Na het interview werd ik verrast, er stond ook een fiets voor mij klaar. Na een bak koffie trapten wij dapper naar het inloophuis van stichting Regenboog op de Bilderdijkstraat. Een stichting die zich inzet voor dak- en thuislozen.
Als ik mijn geleende politiefiets aan de brug vast heb gezet kan ik niet ontkennen dat ik het gevoel heb dat ik iets heel bijzonders ga mee maken.
Het inloophuis is stampvol met voornamelijk mannen zonder vast thuis- of verblijfplaats. Ik word vriendelijk ontvangen door de begeleiding en loop door naar achteren.
Het is schrijnend, slechts een enkeling heeft licht in de ogen, de meesten zitten te slapen in hun stoel, verborgen in hun capuchon.
Wijkagent Okx is een bekende. Ze noemen hem meneer Jan of oom Jan
en maken een praatje met hem. Hij kent ze en dat is goed voor de sociale contacten en de veiligheid in de buurt. Als er ergens een incident in zijn wijk plaats vind weet agent Okx aan de hand van de beschrijving via zijn portofoon al vaak over wie het gaat.
en maken een praatje met hem. Hij kent ze en dat is goed voor de sociale contacten en de veiligheid in de buurt. Als er ergens een incident in zijn wijk plaats vind weet agent Okx aan de hand van de beschrijving via zijn portofoon al vaak over wie het gaat.
Achter de toonbank staat een meisje van 18. Ze schept soep op voor de gasten; de thuislozen. Het is een stagiaire van het mbo maatschappelijk werk. Vol bewondering kijk ik naar haar. Twee keer per week komt ze werken op deze locatie. Topper.
We mogen verder lopen. Een medewerker laat mij een inloopkast zien waar een kapster het haar van een thuisloze man kapt. Het is haar dagelijks werk. Naast het gebruik maken van de zeer eenvoudige maar doeltreffende kapsalon mogen de mensen die gebruik maken van het inloophuis ook gebruik maken van de douche en de wasserij voor een kleine bijdrage. Ook zijn er op de bovenverdieping een paar oude computers waar ze om de beurt kunnen internetten.
Het inloophuis probeert de thuisloze mens te motiveren en te activeren om een plekje terug te veroveren in de maatschappij.
We lopen een stukje verder en komen bij een afgesloten werkplaats. Er worden oude fietsen gerepareerd door mensen die hun plekje in de maatschappij terug willen verdienen. De fietsen worden doorverkocht voor een prikkie aan mensen die het beslist niet breed hebben.
Achter de huiskamer schuilen vele kamertjes. Over de laatste kamer ben ik verbaasd. Het betreft een kaarsenmakerij.
Dagbesteding zet mensen aan het werk om kaarsen te maken aan het winkeltje daarvoor. En dat winkeltje zit voor de kaarsenmakerij en vast aan de huiskamer.
Ketels met parafine, lange tafels en gedropen kaarsvet veraden een intensieve werkplek. We lopen via de kaarsmakerij door naar het winkeltje. Ron staat in de winkel. Ron is verstandelijk gehandicapt. Hee, oom Jan, zegt hij en schudt hem de hand. Dag Ron, ik kom even bij je winkelen. Agent Okx kiest een Ajax kaars uit. Ron is trots en pakt de kaars zorgvuldig in. Een aandoenlijk tafereel. Ron is duidelijk goed op weg, in tegenstelling tot een aantal thuislozen die identiteitsloos, zonder glans in de ogen vertoeven in de huiskamer. Er zijn succesverhalen, maar ze zijn er vooral ook niet, aldus een medewerker.
Agent Okx ziet het succes in de ontwikkelingen door de jaren heen. De opvang is uitgegroeid tot een volwassen opvang, in de jaren ’50 t/m '80 was er niets, behalve het Leger des Heils. In die tijd hingen de thuislozen allemaal gegroepeerd voor supermarkten en zorgden voor overlast, meestal door agressief bedelen. Gaande weg heeft de opvang gerealiseerd dat mensen een plek hebben om te verblijven, maar ook een plek om eventueel terug te keren in de maatschappij.
We lopen de ronde door de wijk. Er hangen borden met uitleg over de straatnamen. Het zijn dichters en schrijvers.
Huygens van Lennep, Da Costa, noem maar op. Als docent CKV vind ik dat razend interessant.
Wijkagent Okx wil mij een echt buurtcafeetje laten zien, waar we een bakkie koffie en een broodje kunnen nuttigen. Het is een authentiek buurtcafeetje op de hoek en het heeft hoge belangrijke waarden vanwege het feit dat buurtbewoners elkaar treffen.
Nienke is de eigenaresse, ze is een enthousiaste dame, ze zit op duidelijk op de goede plek. Ze weet alles van iedereen in de buurt en haar cafe is een belangrijk sociaal punt. Ze serveert hartelijk de koffie en de broodjes en verteld ronduit over haar buurt.
Ik knik, ik ben voor.