Wederom vraag ik mijzelf af: waar ben ik nú weer mee bezig,… een studiereis naar Ghana?! Is mijn leven zonder Afrika niet turbulent genoeg? Doe ik niet genoeg aan Edukans@home and Edukans@work met alle spanningen van dien? Ik zak achterover in de leuning van mijn bank en begin het op een rij te zetten. Wààrom doe ik dit?
Een flink aantal jaren gelden ben ik van vele baantjes als invalkracht pedagogisch medewerker door heel Amsterdam naar een vast contract in Amsterdam Oost en later in West gegaan. Het was een zwaar bestaan. Vele verschillende diensten op verschillende werkgroepen. Amsterdam Zuid-oost bijvoorbeeld, een kinderdagverblijf achter dikke gesloten deuren met tralies, maar met druk bezochte Surinaamse barbecues waar mijn bijnaam al snel ‘Kaas’ werd(Wat ik overigens erg grappig vond).
Waar mensen aan mijn haar en mijn velletje plukte omdat blond in combinatie met bruin worden als bijzonder werd gezien. Waar ik werd uitgenodigd door een 15 jaar jongere Surinamer om mee naar huis te gaan. “Hellen, jij bent een vrouw en ik ben een man, kom mee naar mijn huis.” Mijn reactie was niet erg handig. Ik moest zo hard lachen dat ik van mijn kruk viel. Het Patricia-Paay tijdperk is niet aan mij besteed. De jonge man in kwestie was beledigd, maar na een paar gezellige diensten met goede gesprekken over voetbal was het leed geleden. Mijn vriendin collega vroeg later of ik geen spijt had. Hij had immers een goddelijk lijf. Jawel, zei ik, maar zijn pinknagel was wel heel erg lang. Te lang.
Waar mensen aan mijn haar en mijn velletje plukte omdat blond in combinatie met bruin worden als bijzonder werd gezien. Waar ik werd uitgenodigd door een 15 jaar jongere Surinamer om mee naar huis te gaan. “Hellen, jij bent een vrouw en ik ben een man, kom mee naar mijn huis.” Mijn reactie was niet erg handig. Ik moest zo hard lachen dat ik van mijn kruk viel. Het Patricia-Paay tijdperk is niet aan mij besteed. De jonge man in kwestie was beledigd, maar na een paar gezellige diensten met goede gesprekken over voetbal was het leed geleden. Mijn vriendin collega vroeg later of ik geen spijt had. Hij had immers een goddelijk lijf. Jawel, zei ik, maar zijn pinknagel was wel heel erg lang. Te lang.
In West werkte ik samen met Mydea, een gevluchte Syrische dame die zich opwerkte naar een vast contract. Mydea die tijdens onze dienst plotseling met een klap achteroversloeg tegen de muur en gillend in elkaar zakte met haar mobiel in haar hand. We zetten haar op de bank, sloegen een deken om haar schouder, brachten haar thee en streken over haar zwarte haren. Medya was op dat moment in één keer al het contact verloren met haar familie. Geen contact met haar vader en moeder, haar broers, haar zus en haar neefjes en nichtjes. Een bombardement had de familie van de buitenwereld afgesloten. Mydea hoorde het bombardement en het angstige gegil van haar naasten en toen werd de verbinding verbroken. Ze kon geen kant op met haar zorgen en haar verdriet. Machteloos, ze wist niets, ze leefde in grote onzekerheid.
Op de Postjesweg werkten we met tienerouders. De zeer jonge gezinnen droptten hun spruit op het kinderdagverblijf en bleven vaak te lang weg. Eenmaal terug haalde zij te snel hun kind op en vertrokken richting de Mac om de hongerige maagjes te vullen. Het was het meest trieste kinderdagverblijf van de hele reeks.
Er waren twee kindjes uit Birma die verwaarloosd werden en die we als ze aankwamen direct liefdevol badderden en mooi aankleden. Het oudste zusje moest naar de tandarts vanwege een verrot gebit, het zooitje werd in één keer getrokken.
Er waren twee kindjes uit Birma die verwaarloosd werden en die we als ze aankwamen direct liefdevol badderden en mooi aankleden. Het oudste zusje moest naar de tandarts vanwege een verrot gebit, het zooitje werd in één keer getrokken.
Na vele Amsterdamse stadswandelingen, collega’s, kinderdagverblijven en bso’s kreeg ik een klein aantal uur handvaardigheid op het Don Bosco College in Volendam naast mijn vaste contract in Amsterdam West.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten